Lokaal ondernemerschap.

U weet wel, vroeger. Toen kocht je brood bij de bakker, vlees bij de slager en groenten bij de groenteboer. Maar van deze winkels zijn er in de afgelopen jaren minder dan de helft overgebleven. Het schijnt wel dat bakkers en viswinkels nu in aantal stabiel blijven. Met als reden dat zij in staat zijn om een bepaald onderscheid te maken ten aanzien van het assortiment in de supermarkt. Ook supermarkten nemen af in aantal, maar de grootte per supermarkt neemt toe.

Is lokaal ondernemerschap dan voorgoed een ondergeschoven kindje geworden? Nee, gelukkig niet. Want veel van die supermarkten zijn ook winkels van lokale ondernemers. Of in ieder geval zelfstandige ondernemers. Want in supermarkt land bestaan er de zg. filialen (aangestuurd vanuit bijv. Zaandam en Veghel) en de franchisers. Afhankelijk van de winkelketen maken deze franchisers tussen de 30% en 80% uit van het totale winkelaanbod.

Maakt deze informatie wat uit? Ja. Want lokaal ondernemerschap heeft zo zijn voordelen. Een lokale ondernemer heeft meer binding met zijn eigen omgeving en kan beter inspelen op lokale wensen. Dat uit zich in enige assortiment vrijheid. Maar bijvoorbeeld ook in het sponsoren van lokale verenigingen. Je kunt je dus voorstellen dat je bestedingen aan de kassa van een franchise winkel eerder in je regionale economie worden geïnvesteerd dan wanneer je boodschappen doet bij een filiaal.

Kijk dus in je eigen gemeente eens om je heen hoe dat ter plekke met de supermarkten geregeld is. En als je lokaal ondernemerschap een warm hart toe draagt, maar dan ook qua boodschappen daarin een afweging.